
Olifantje in het Bos-regisseur Meikeminne Clinckspoor: ‘Kinderen zijn de allerbelangrijkste doelgroep’
Toen we contact met je opnamen voor een interview over jeugdfilms, reageerde je met: ‘Oh ja, eindelijk!’ Wat zat er achter die reactie?
“Ik vind dat de jeugdfilm veel te weinig in de aandacht komt. Mensen nemen het minder serieus, je wordt niet zoals andere filmmakers uitgenodigd in talkshows. Ik krijg ook vaak de vraag wanneer ik een film voor volwassenen ga maken. Een beetje op de manier van: ‘Ga je nog een keer iets voor ons doen?’ Alsof je in de speelhoek van de IKEA zit. Dat vind ik niet kloppen. Ik vind juist dat kinderen de allerbelangrijkste doelgroep vormen. Omdat zij de wereld nog kunnen veranderen. Dus de dingen die we hun laten zien, kunnen impact hebben op de wereld van morgen. Daar geloof ik heilig in, ook omdat ik als kind zelf de impact van film ervaren heb.”
Wat was die impact bij jou?
“Ik weet nog dat ik als kind films van Astrid Lindgren zag, De Gebroeders Leeuwenhart en Ronja de Roversdochter. Dat raakte me zo, ik besefte: je kan iemand dingen laten voelen, en je kan mooie werelden creëren. Ik geloof dat dat voor deze generatie ook belangrijk is, dat je ze mooie, hoopgevende dingen laat zien. Daar voel ik mij als maker wel in geroepen. Zeker nu, in een tijd waarin er zoveel op kinderen afkomt, via social media en televisie. Ik maak me daar zorgen over. Dus ik denk, als ze dan voor een scherm zitten, laten we ze dan alsjeblieft iets goeds voorschotelen, waar ze wat aan hebben. Achter een groot deel van wat ze op YouTube of Netflix zien zit vooral commercie, er wordt bijna niet gevraagd wat kinderen écht nodig hebben.”
"Achter een groot deel van wat ze op YouTube of Netflix zien zit vooral commercie, er wordt bijna niet gevraagd wat kinderen écht nodig hebben."
Meikeminne Clinckspoor
Heb jij een antwoord op die vraag?
“Ik ben een maker die heel erg gepassioneerd is om iets neer te zetten waaraan je merkt dat het doordacht, doorvoeld en met heel veel liefde gemaakt is. Maar ook dat ze iets gezien hebben dat voeding geeft. Dat ze iets geleerd hebben, niet alleen op intellectueel vlak, maar ook sociaal-emotioneel. Ik hoop te verwonderen en te verbinden. Maar dat is een uitdaging: je hebt als maker van kinderfilms vrijwel altijd met kleinere budgetten te maken. En dat terwijl de uitdagingen misschien wel groter zijn: met kinderen kan je maar kort werken. Daarom ben je bijna altijd in een staat van haast, maar je moet ervoor zorgen dat je die haast vergeet wanneer de kinderen op de set zijn. Dat is een hele grote uitdaging. Ik denk dat dat ook een reden is dat veel filmmakers zich niet aan kinderfilms willen wagen. Soms vraag ik me ook af: waarom doe ik dit eigenlijk?”
Zijn die momenten er geweest tijdens het maken van Olifantje in het Bos?
“Ja, een aantal keer. De aanloop naar de film ging heel vlot, maar het draaien was best pittig. Je werkt met een kind van 7 en een kind met het syndroom van Down. We draaiden ook alleen maar buiten, dus je bent volledig afhankelijk van het weer. En dan waren er ook nog tegenslagen rond locaties, zoals de aanwezigheid van een wolf in het gebied in de Veluwe waar we tien dagen lang zouden filmen. Dus we moesten last-minute op zoek naar een nieuwe locatie. Dat was echt crisismanagement. Maar ook op zulke momenten kom ik altijd terug bij mijn passie, dat ik het belangrijk vind dat deze films naar buiten komen en gezien worden. Dus dan vinden we wel een weg, linksom of rechtsom.”

Wat probeer je kinderen mee te geven met deze film?
“Er zitten meerdere boodschappen in Olifantje in het Bos, maar voor mij gaat het vooral over verbinding. Er zit een hele grote, vrolijke familie in met allemaal excentrieke figuren – alles schopt tegen het beeld van wat de hedendaagse maatschappij normaal vindt. Dus deze film gaat over het omarmen van anders zijn. Ons hoofdpersonage, Nim, heeft het syndroom van Down. Ze is gewend dat iedereen tegen haar zegt van ‘doe maar even niet’, of ‘vraag het maar even aan je zusje’, maar ze probeert juist te laten zien dat ze die dingen wél kan. Aan de andere kant is haar zusje, Ollie, gewend om altijd voor Nim te zorgen. Als ze erachter komen dat als ze elkaar een beetje de ruimte geven, ze heel veel ontdekken, heel veel moois tegenkomen en groeien.”
Olifantje in het Bos is vernoemd naar het bekende kinderliedje. Hoe heeft dat liedje tot deze film geleid?
“Dat kwam heel erg bij Tijs [van Marle, red.] vandaan, met wie ik de film heb geschreven. We hadden samen al het idee om iets voor kleuters te maken, toen gingen we sparren en hebben we hier, lopend in het bos, het verhaal bedacht. We vonden dat het liedje, dat heel erg gaat over ‘laat mij niet los’, echt een beeld was van deze tijd, waarin er zoveel helikopterouders zijn. We dachten dat het mooi zou zijn, zeker in een bos, om te zeggen: ‘Ga je eigen weg. Ik ben hier als je me nodig hebt, maar ga vooral zelf op avontuur.’ Dat was de kern waaruit we vertrokken zijn toen we gingen schrijven.”
"Als ik de blik zie in de ogen van een kindje dat de hele film heeft meegemaakt, dat alles heeft meebeleefd en -gevoeld, dat heeft meegezongen. Dan denk ik: dit is toch geweldig? Dan weet ik gelijk weer waarom ik het doe"
Meikeminne Clinckspoor
Het liedje komt terug in de film, maar daarnaast is er nog veel meer muziek te horen.
“Eigenlijk is Olifantje in het Bos een musical, met als enige verschil dat er niet uitsluitend gezongen wordt. Maar er zitten tien liedjes in, dus het is zeker een muzikale film. We hebben al die liedjes ook uitgebracht, dus die staan allemaal in een lijst op Spotify. Chantal Janzen heeft ook een liedje gemaakt naar aanleiding van de film, een soort titelsong. Ze had de trailer gezien en was zo geraakt, dat ze ons een bericht stuurde.”
Naast de liedjes hebben jullie ook een prentenboek uitgebracht naar aanleiding van de film. Hoe is dat ontstaan?
“Het was vanaf het begin het idee om ook een boek te maken. De film begint met een verhaal dat Nim altijd voorgelezen krijgt door haar familie, over een olifantje dat een beetje anders dan de rest is. In de film is dat verhaal geanimeerd, en we hebben aan de animator gevraagd of ze ook wilde meewerken aan het boek. Dus het heeft helemaal dezelfde stijl als de film. Het boek komt in 200 bibliotheken in Nederland te liggen, dus we hopen dat het verhaal ook op die manier bij kinderen terecht kan komen. Dat vind ik uiteindelijk het belangrijkste, want we geloven echt dat ze er heel veel plezier aan kunnen beleven. Als ik de blik zie in de ogen van een kindje dat de hele film heeft meegemaakt, dat alles heeft meebeleefd en -gevoeld, dat heeft meegezongen. Dan denk ik: dit is toch geweldig? Dan weet ik gelijk weer waarom ik het doe.”





