Spring naar inhoudSpring naar footer

Filmconsulent Urias Boerleider: ‘Steeds meer verhalen vanuit andere perspectieven’

Speelfilmconsulent Urias Boerleider vertrekt na ruim vier jaar bij het Filmfonds. Urias blikt terug op zijn tijd bij het Fonds en vertelt welke ervaringen hij meeneemt naar zijn nieuwe functie als Eindredacteur Documentaires bij de VPRO.

Is er een moment geweest in je tijd als filmconsulent bij het Fonds dat er voor jou echt uitsprong?

"Een van mijn meest memorabele momenten was de realiseringsronde van een paar maanden geleden. Daar zaten filmplannen tussen die écht anders waren qua thematiek, qua type makers. Dat was voor mij echt een belangrijk moment. Ik hoop echt dat het niet bij dat moment blijft, maar dat het een ontwikkeling is die zich door blijft zetten. Dat steeds meer stemmen en uiteenlopende filmmakers de filmsector weten te versterken. Ik denk dat we als Filmfonds goede ontwikkelingen doorgemaakt hebben, die bijdragen aan een filmlandschap waar over de hele linie mensen werken die de samenleving weerspiegelen."

Hoe heeft die ontwikkeling de afgelopen jaren plaatsgevonden?

"Ik denk dat dat heel belangrijk is voor het Nederlandse filmlandschap, dat er steeds meer verhalen vanuit andere perspectieven zijn. De norm blijft natuurlijk kwaliteit, tegelijkertijd is er met een divers en gemixt consulententeam bij het Fonds ook een bredere kijk op projecten gekomen. Een andere mooie ontwikkeling die ik de afgelopen jaren bij het Fonds heb gezien, is dat er meer ruimte is gecreëerd voor de maker. Er wordt veel meer nagedacht over wat we voor scenaristen en regisseurs kunnen betekenen. Ook zijn er bijvoorbeeld meer kansen gecreëerd voor makers die geen traditionele filmacademie hebben gedaan maar wel vol talent zitten, zoals de Cypher Cinema regeling. Dat zijn belangrijke dingen, ik denk dat dat allemaal mooie ontwikkelingen zijn, die tot meer gelijkwaardigheid leiden."

"Het is niet de bedoeling dat wij aan filmmakers gaan vertellen hoe ze hun werk moeten doen. Maar we kunnen wel vragen stellen, en daarmee zorgen dat de kwaliteit hoger wordt."

Hoe stelde je je verder op als consulent?

"Mijn uitgangspunt was dat ik een maker ben, dus ik weet hoe het is om verhalen te vertellen. Het is niet de bedoeling dat wij aan filmmakers gaan vertellen hoe ze hun werk moeten doen. Maar we kunnen wel vragen stellen, en daarmee zorgen dat de kwaliteit hoger wordt. Dat is de manier waarop ik heb geprobeerd te werken. Het belangrijkste vind ik om op een transparante manier te communiceren met makers. Wees gewoon transparant over wat je wilt zeggen. Als je dat niet bent, dan ga je nat. Durf hard te zijn – hard op de inhoud, zacht op de persoon, zeg ik altijd."

Met je nieuwe werk maak je de overstap van speelfilm naar documentaire. Hoe ben je tot die keuze gekomen?

"Het is een nieuw ambacht voor me, maar de liefde voor de documentaire is niet nieuw. Toen ik 25 jaar geleden voor het eerst naar IDFA ging, dacht ik: eigenlijk zou iedere Nederlander gewoon twee dagen naar dit festival moeten, en elke dag minstens vier documentaires moeten kijken. Dan word je gedwongen om de wereld door allerlei verschillende vensters te bekijken. Als iedereen dat deed, zouden we echt een beter land hebben."

Welke ervaring neem je vanuit je tijd als consulent mee naar je nieuwe baan?

"Er zijn nu heel veel hybride vormen bij documentaires, het is heel breed. Er wordt soms animatie gebruikt, er worden gefictionaliseerde scènes toegevoegd, dat is een heel spectrum geworden. Ik denk dat ik mijn achtergrond nu, die jaren als filmconsulent waarin ik me richtte op fictie, daarbij heel goed kan gebruiken om dingen te beoordelen. Maar als ik denk aan wat ik écht meeneem uit mijn tijd bij het Fonds, dan zijn het de mensen. Ik heb gewoon met hele fijne collega’s gewerkt hier, met heel veel kundigheid. Ik vind dat bij het Filmfonds, op alle niveaus in de organisatie, mensen werken die zo ongelooflijk begeesterd zijn, die écht van cinema houden. Er zit heel veel hart voor de zaak. Dat is heel waardevol als organisatie. Ik ben lid geweest van de PVT [personeelsvertegenwoordiging, red.], want ik vind dat iedereen het verdient om zo goed mogelijk vertegenwoordigd te worden, en dat heb ik met heel veel liefde gedaan. Het waren mooie jaren, ik ga met een heel goed gevoel weg."