Expertadvies: maak Europese kinderfilms zichtbaarder door nauwere samenwerking
Tijdens deze tweedaagse conferentie bespraken de deelnemers belangrijke onderwerpen met betrekking op de nationale en Europese kinderfilm zoals productie, distributie en marketing. De deelnemers roepen op tot een nauwere samenwerking op Europees niveau om Europese kinderfilms zichtbaarder te maken. De resultaten van deze gesprekken zijn samengevat in een verklaring: de zogenaamde Weimar declaration.
Nederland kent een sterke traditie in het maken van kinder- en familiefilms, die zich internationaal onderscheidt met de keuze verhalen op ooghoogte van kinderen te vertellen en daarbij serieuze thema’s niet te schuwen. Binnen het Filmfondsbeleid vormt de ontwikkeling, realisering en uitbreng van dit aanbod vaste prioriteit. In de afgelopen 10 jaar was 21,5% van alle geproduceerde films een jeugd of familiefilm. Deze films trokken in diezelfde periode 31,25% van het totaal aantal bezoekers van de Nederlandse film. Nederlandse kinder- en familiefilms zijn in de regel geliefd in eigen land, worden internationaal veelvuldig bekroond en geselecteerd op festivals en ook goed verkocht aan andere landen. Dat was ook de reden voor het Fonds om met samenwerkingspartners VPRO, NTR en CoBO het project Cinema Junior nieuw leven in te blazen. Met de regeling worden tweejaarlijks geïnvesteerd in twee originele, eigentijdse en (inter)nationaal aansprekende verhalen voor kinderen van 8 tot 12 en hun familie.
De nieuwe film Mijn bijzonder rare week met Tess, van regisseur Stephen Wouterlood, die de afgelopen week zijn première in de Nederlandse bioscoop beleefde, werd bijvoorbeeld al in het buitenland bekroond met meer dan 10 prijzen. Ondanks de successen is de concurrentie om de aandacht van het bioscooppubliek groot en staan de bezoekersaantallen van de Nederlandse en Europese jeugdfilms de laatste jaren onder toenemende druk ten opzichte van de Amerikaanse familiefilms. Voor Nederlandse jeugdfilms geldt dat filmeducatie kan bijdragen aan het aanboren van een nieuw en jong publiek. Vanwege het belang van begrip en duiding in onze door beeldcultuur gedomineerde samenleving, stelde de minister hiervoor in 2019 en 2020 extra middelen beschikbaar. Het Fonds is daarmee een pilot gestart met regionale filmeducatiehubs, die vraag en aanbod op het gebied van film- en beeldeducatie samenbrengen in een afgebakende regio met het doel om meer scholieren te bereiken. Ook is de landelijke coördinerende rol van EYE op het gebied van filmeducatie versterkt. Het Filmfonds brengt vanaf dit jaar de bioscoopprestaties van de Nederlandse jeugdfilm in kaart in zijn jaarlijkse Film Facts & Figures of the Netherlands.
Klik hier voor de volledige tekst van de Weimar declaration.
filmstill: Mijn bijzonder rare Week met Tess