Spring naar inhoudSpring naar footer

Visitatiecommissie positief over rijkscultuurfondsen

Een onafhankelijke visitatiecommissie heeft in opdracht van het ministerie van OCW de zes Rijkscultuurfondsen geëvalueerd. Ook het beleid en de dagelijkse praktijk van het Nederlands Filmfonds zijn onder de loep genomen. De commissie heeft hiervoor gekeken naar de periode van 2018 tot en met 2022. Deze week werden de conclusies van de commissie gepresenteerd.

Lof voor wendbaarheid fondsen

De visitatiecommissie oordeelt in haar rapport overwegend positief over de zes rijkscultuurfondsen (het Fonds voor Cultuurparticipatie, het Fonds Podiumkunsten, het Mondriaan Fonds, het Nederlands Filmfonds, het Nederlands Letterenfonds en het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie). Er is lof voor de betrokkenheid van de medewerkers en de wendbaarheid van de fondsen gedurende de turbulente coronajaren.

“De inzet waarmee de fondsen in en na de coronajaren het kunstenveld, de aanvragers en de samenleving van dienst zijn geweest is formidabel te noemen. Een onmisbare schakel, die zijn kracht voor een groot deel ontleent aan deskundigheid en betrokkenheid bij de verschillende kunstdisciplines en die een positieve rol heeft gespeeld in de sector," aldus de visitatiecommissie in zijn rapport.

Fondsen bedienen afzonderlijke sectoren goed

De visitatiecommissie constateert ook dat regionalisering bij vrijwel elk fonds is geïntegreerd in aanpak, regelingen en criteria. De toegankelijkheid van regelingen voor het Caribisch deel van het Koninkrijk is verbeterd. Ook benoemt de commissie de waarde van de verschillen tussen de rijkscultuurfondsen.

“Het nut van de huidige strategische en operationele samenwerking bestaat bij de gratie van de onderlinge verschillen: het fijnmazige netwerk in de haarvaten van vele sectoren, de specialistische kennis, sterke internationale posities en duidelijke checks and balances per sector. De cultuurfondsen vormen een eenheid door diversiteit. De rijkscultuurfondsen zijn wendbaar en weerbaar en bedienen hun afzonderlijke sectoren goed. Van hen wordt gevraagd rolvast te zijn en ook mee te bewegen met ontwikkelingen op maatschappelijk, cultureel en demografisch gebied. Daarvan zijn zij zich goed bewust.”

Het Nederlands Filmfonds

Wat betreft het Filmfonds constateert de visitatiecommissie dat de impact van de coronaperiode groot was. Dankzij de aanvullende middelen kon het Filmfonds € 59 miljoen aan coronasteun bij filmmakers en productiebedrijven laten landen. De waardering vanuit de sector voor het Filmfonds tijdens de lange coronaperiode is groot. De regelingen waren adequaat en efficiënt en kwamen tot stand in nauw overleg met de sector zelf, aldus de commissie.

De commissie constateert wel dat sterke verschuivingen in het financieringslandschap hebben geleid tot een toenemende afhankelijkheid van het Filmfonds. De verantwoordelijkheid van het fonds is daarmee groot, de opdracht breed en de verwachtingen vanuit de sector hoog. De commissie denkt dat een betere afbakening van de doelstellingen, een heldere langetermijnvisie en een herijking van de subsidieregelingen kunnen bijdragen aan een duidelijker positie van het Fonds.

Uit het waarderingsonderzoek onder aanvragers blijkt dat een meerderheid tevreden is over de dienstverlening van het Fonds. Het Filmfonds wordt door aanvragers gezien als professioneel; wel wensen aanvragers dat het Fonds nog meer inspeelt op vernieuwing en actuele ontwikkelingen in het veld.

Het Filmfonds neemt de aanbevelingen van de visitatiecommissie mee in het Beleidsplan voor de periode 2025-2028 dat op dit moment wordt ontwikkeld. Met het nieuwe beleidsplan zet het Filmfonds o.a. in op meer kwaliteit, meer ruimte en creatieve vrijheid voor de makers en meer aandacht voor het publiek.