In gesprek met Sandra en Iwana over de vernieuwingen door het Fonds
De afgelopen periode was er een van vele gebeurtenissen met een grote impact op ons werk. Los van de coronajaren kwam er vanuit verschillende hoeken van de sector onvrede los over het Filmfonds. Daar hebben we naar geluisterd en zijn we samen met de sector mee aan de slag gegaan. Tegelijkertijd ontving het Fonds meer aanvragen dan ooit.
Het Fonds voert dit jaar een aantal vernieuwingen door gericht op meer kwaliteit, minder regelingen en deadlines en meer ruimte en verantwoordelijkheid voor de maker. Samen met interim-directeur Sandra den Hamer en hoofd Selective Funding Iwana Chronis blikken we terug en kijken vooruit naar wat ons te wachten staat na de Filmfonds zomerstop.
We zijn alweer halverwege het jaar en leven in een wereld vlak ná een pandemie, maar nog steeds te midden van een oorlog, verschillende crises en call-out culture. Hoe kijken jullie terug op het afgelopen jaar en waar ligt de focus van het Fonds binnen deze nieuwe realiteit?
Iwana: “Waar voor veel mensen de coronacrisis stopte in het voorjaar van 2022, waren we bij het Fonds nog maanden bezig met de afhandeling van de COVID-19 steunmaatregelen. En dat waren er natuurlijk best veel. Dat heeft impact gehad op de hele organisatie, die heel lang in een korte termijn crisisstand heeft gezeten om te kunnen stutten en steunen tijdens de pandemie. Daarnaast is het Fonds in dezelfde periode met veel extra mogelijkheden gestart om filmmakers de ruimte te bieden op het gebied van scenario ontwikkeling én werden er nieuwe programma’s rondom talentontwikkeling gelanceerd, zoals Cypher Cinema. Pas na de zomer konden we de blik weer meer richten op de lange termijn. Ondertussen bevonden we ons in een snel veranderende wereld, waarin we veel moesten schakelen.”
Sandra: “Ik ben natuurlijk pas afgelopen voorjaar begonnen, maar begreep al snel dat, naast alles wat er al speelde binnen en buiten het Fonds, er sprake was van een enorme toename van aanvragen. Toen ik 1 mei het kantoor binnenstapte, lagen er al voorstellen voor vernieuwing en werden er niet alleen veel gesprekken gevoerd binnen het Fonds, maar vooral ook met de makers, de producenten, de scenaristen en de belangenverenigingen. De gesprekken hadden allemaal dezelfde boodschap: hoe kunnen we dit samen beter maken? Hoe kunnen we als Fonds de dingen transparanter maken? Eenvoudiger? En hoe maken we voor de sector duidelijk waarom we voor welke films kiezen?
Ondanks de crises, de impact van het extra werk vanuit de steunmaatregelen en de vloedgolf aan aanvragen, zie ik dat we een organisatie zijn die heel goed heeft geluisterd en gereflecteerd: het is duidelijk dat we de dingen anders moeten aanpakken. En daar zijn we hard mee aan de slag gegaan. Een bijzondere, leerzame periode.”
Een concreet voorbeeld van het eenvoudiger maken van processen is het samenvoegen van de fases artistieke ontwikkeling en productie-ontwikkeling. Na de zomer gaan we naar één fase van projectontwikkeling. Is deze verandering ook onderdeel van de nieuwe focus?
Sandra: “Zeker. Het samenvoegen zorgt er ten eerste voor dat er voor filmmakers die bij het Filmfonds aanvragen minder stappen zijn in het ontwikkeltraject, namelijk alleen nog de stappen scenario en de projectontwikkeling. We leggen hiermee het vertrouwen en de verantwoordelijkheid van de ontwikkelingsfase weer meer bij de maker; ze hoeven niet steeds maar weer terug te komen bij het Fonds.”
Iwana: "Het geeft makers ook meer vrijheid om hun projecten vele malen beter klaar te stomen voor een goede realiseringsaanvraag. We hebben gezien dat de fases artistieke ontwikkeling en productie-ontwikkeling elkaar in de praktijk niet netjes opvolgen, maar vaak al eerder met elkaar vervlochten zijn. Het team is bijvoorbeeld bezig met het opzetten van een coproductie op het moment dat ze ook al de DOP willen vastleggen én in gesprek willen gaan om de artistieke vorm te bepalen. Met deze aanpassing hebben makers meer ruimte om de budgetten op orde te krijgen en de samenwerking met coproducenten en goede creatives op te zoeken. Dat is ook belangrijk omdat we op jaarbasis maar een beperkt aantal films in de realisering kunnen steunen – waaronder maar 20 speelfilms, inclusief Cinescoop en Caleidoscoop – en een realiseringsaanvraag dus op alle vlakken moet weten te overtuigen”.
En wat betekent dit voor de projecten die nu steun ontvangen in de artistieke ontwikkeling en productie-ontwikkeling?
Iwana: “Voor projecten die al een bijdrage ontvangen hebben voor de fase artistieke ontwikkeling komt een overgangsregeling. Voorlopig kunnen zij gewoon nog een aanvraag indienen voor productie-ontwikkeling. Projecten die momenteel in de fase scenario zitten, kunnen vanaf 1 november aanvragen voor de gecombineerde regeling Projectontwikkeling.”
De afgelopen maanden is een groep collega's op werkbezoek geweest bij de filmfondsen in Denemarken, Noorwegen en België. Wat hebben we daarvan meegenomen?
Sandra: “Bij het eenvoudiger maken van onze werkprocessen horen minder regelingen en minder rondes. Ook willen we nog meer koersen op kwaliteit. Door in een vroeg stadium scherp te selecteren, ondersteunen we een klein, divers aantal producties met meer geld. Van makers verwachten we daarbij duidelijkheid over wat voor film ze willen maken, waarom nu en voor wie. De blik van de maker op de positionering en de verwachte zichtbaarheid van een film zijn dus belangrijke factoren bij het toekennen van een bijdrage.”
Iwana: “Met name in Scandinavië lopen ze op dat gebied flink voorop. Daar gaat het fonds al vroeg in gesprek met de makers: hoe kun je met jouw project zo goed mogelijk die aansluiting vinden bij de doelgroep die je op het oog hebt? Daar zit een heel systeem omheen. Er worden bijvoorbeeld vroeg in de ontwikkelingsfase al audience designers betrokken en workshops gegeven. Superinteressant!
Op dit moment werken we hier bij het Fonds bij bepaalde regelingen met een pool van externe adviseurs op het gebied van uitbreng en distributie, die meelezen in de realiseringsfase van projecten om te kijken of de makers een goed plan hebben om hun doelgroep te bereiken. Dat werkt al heel goed. Daarom zijn we aan het onderzoeken wat we nog meer kunnen leren van wat ze in Scandinavië doen en welke onderdelen daarvan ook bij ons passen.”
Sandra: “De audience designers zijn een goed voorbeeld. Ook daar is nu financiële ruimte voor bij het Filmfonds. Dus als je marketing- of distributieexperts of audience designers wil inhuren – dat kan na de zomer binnen de regeling Projectontwikkeling.”
De consulenten spelen een belangrijke rol bij de inhoudelijke beoordeling, advisering en selectie van ingediende filmplannen. Sinds dit voorjaar is ook het team filmconsulenten uitgebreid.
Iwana: “Ja, de uitbreiding met twee consulenten met een focus op speelfilm is een waardevolle verrijking, maar ook een versterking van het team.”
Sandra: “We hebben dit jaar een enorme hoeveelheid aanvragen binnengekregen, dus die versterking was flink nodig. Het was daarbij ook goed om de specialisaties van de consulenten duidelijk te maken en beter te communiceren: hoe beoordelen de consulenten en wie zijn zij eigenlijk?”
Iwana: “We hebben hierbij gekeken naar het team en ieders kracht, expertise en ervaring. Op deze manier hebben we het profiel van alle consulenten meer gekaderd, zodat aanvragers een beter idee krijgen wie de verschillende consulenten zijn en bij wie hun project zou kunnen passen."
Sandra: “Ook dit is een goed voorbeeld van hoe we bezig zijn. De profielen van de consulenten staan nu op de website en ook de inhoudelijke beoordelingscriteria zijn toegevoegd aan de FAQ’s. Dus we hopen dat het totaalplaatje nu beter zichtbaar is.
We hebben veel naar binnen gekeken de afgelopen periode en veel gesprekken met de verenigingen en met individuele makers gevoerd. Dat blijven we doen, maar na de zomerstop gaat de blik ook weer volop vooruit. We gaan een nieuw beleidsplan schrijven en we zullen in samenspraak met de filmsector nog meer vernieuwingen doorvoeren. Doel is en blijft het maken van de mooiste films van hoge kwaliteit, door makers met uiteenlopende invalshoeken en perspectieven, die gezien worden door een breed en net zo divers publiek.”