Spring naar inhoudSpring naar footer

Dubbelinterview Mascha Halberstad en Marleen Slot

In een Arnhemse kinderboekenwinkel trof Mascha Halberstad De wraak van Knor van Tosca Menten aan. Precies het Roald Dahl-achtige boek dat ze wilde verfilmen voor haar eerste stopmotionfilm op speelfilmlengte. Het Nederlands Filmfonds ondersteunde Knor met verschillende bijdragen. Van geld voor treatment-, scenario- en productieontwikkeling tot een budget binnen de reguliere realisering. Ook kon Knor gebruik maken van de Film Production Incentive. Producent Marleen Slot en Mascha blikken samen met Erik van Drunen (Projectmanager Selective Funding a.i. en voormalig consulent animatie) terug op de intensieve ontwikkeling, de lange productie én de zegetocht van de film, die in 2022 de ene na de andere prijs binnensleepte.
Beeld uit Knor
Beeld uit Knor

"We hebben nooit concessies gedaan."

- Marleen Slot over het maakproces achter Knor

Erik van Drunen (EvD): “Er zijn genoeg hoogtepunten te vieren met jullie film Knor, de eerste lange stopmotionfilm in Nederland. Ik noem een internationale première in Berlijn, enkele Kalveren in Utrecht, juichende recensies, een Gouden Film voor 100.000 bioscoopbezoekers, een European Film Award-nominatie én de Nederlandse Oscarinzending voor lange animatie...”

Marleen Slot: “Het is uniek wat er met de film gebeurde in 2022, maar we hadden zelf altijd al vertrouwen in Knor. Knor is een diesel die al sinds juli vorig jaar in de bioscoop te zien is en nog steeds draait. Dat is vrij bijzonder voor een Nederlandse film. Ook qua maakproces is hij een diesel: we hebben er acht jaar over gedaan. We hebben nooit concessies aan de kwaliteit gedaan. We hadden altijd voor ogen dat we een toegankelijke film wilden maken met behulp van de eigenheid en het talent van Mascha.”

“Hoe verloopt zo’n proces van boek naar scherm?”

Mascha Halberstad: “Scenarioschrijver Fiona van Heemstra heeft enorm veel diepgang in het script gebracht.”

Marleen: “Ondertussen hielden we auteur Tosca Menten steeds op de hoogte van ons proces. Ze wist dat we geen groot budget hadden en dat het geen commerciële productie was. Ze is er uiteindelijk intens gelukkig mee. We hadden respect voor haar werk, want zonder haar was er geen Knor. Tijdens het schrijfproces gingen we, samen met storyboarder Gijs van der Lelij, ook aan de slag met de animatic (op tijd en ritme gemonteerd storyboard, red).”

Mascha: “We hadden nog nooit een animatic gemaakt en ik denk dat het vrij uniek is dat we ook gelijk met de definitieve stemregie aan de slag gingen. Als je gelijk met de echte acteurs werkt en ze bij elkaar zet, dan voel je ter plekke wat werkt en wat authentiek klinkt. Geluid is bij een animatiefilm minstens net zo belangrijk als beeld. Het máákt je film. We zijn ervan overtuigd dat juist daar de kracht van deze productie zit. Dat was een ontwikkelproces van zo’n vijf jaar, waarin we veel geld nodig hadden voor ontwikkeling – meer dan er bij het Filmfonds beschikbaar was.”

Een jong meisje en een oudere man naast elkaar, het meisje heeft een varkentje vast.
Beeld uit Knor

“Jullie gebruikten voor de animatic dus geen teststemmen, wat gebruikelijk is, maar de definitieve stemopnames met acteurs. Vaak worden die in een latere fase opgenomen. Waarom hebben jullie voor die werkwijze gekozen?"

Mascha: “Ik durf er geld op in te zetten dat de film niet zo goed was geweest als wij met teststemmen de regie in waren gegaan. Dus we zijn blij dat we soms de kont tegen de krib hebben gegooid.”

Marleen: “En het voordeel van zo’n goede animatic betaalde zich daarnaast uit toen we financiering gingen aanvragen voor realisatie: je voelde dat mensen in die potloodtekeningen de film al zagen en waardeerden.”

“Over de poppen in Knor gesproken, wist je van tevoren wat bepaalde poppen moesten kunnen en hoe groot ze moesten worden? Is er zoiets als een gouden standaard qua schaal?”

Marleen: “Dat we met relatief kleine poppen werken komt door de ontstaansgeschiedenis van onze samenwerking: onze allereerste korte films maakten we in Mascha’s huis, met beperkte ruimte en een laag plafond.”

Mascha: “We hebben dat formaat niet aangepast nu we een grote studio hebben. Al moesten animatoren eerst aan het kleine formaat wennen. Knor is zo klein als een handpalm. Als hij groter was geweest was hij honderdmiljoen keer minder schattig geweest. Als je op een groter formaat gaat zitten, zoals bij de Laika-films, dan wordt het zo gedetailleerd dat het bijna niet van 3D te onderscheiden is. Bij ons zie je nog hoe en van welk materiaal het gemaakt is. Het maakt het resultaat veel directer. ”

Marleen: “Plus, als sets megagroot worden, moet je ook veel meer investeren in setbouw.”

“Mascha, hoe ga je te werk bij het character design?”

Mascha: “Eigenlijk gaat dat heel simpel. Tijdens het scenario-ontwikkelingsproces zie ik al veel voor me en ik praat er met Fiona en Marleen over om samen tot ideeën over de film te komen. Echt concreet wordt het als ik met die poppen aan de slag ga. In dat proces voelde ik intuïtief dat Opa banjo moest spelen bijvoorbeeld en dat hij Amerikaans moest zijn. Vervolgens maak je een keuze in wat welke poppen moeten kunnen. Opa is bijvoorbeeld echt een andere pop. Opa kan bijvoorbeeld de kaak bewegen, bij andere poppen werken we met losse mondjes en wenkbrauwen. Die wens heb ik bij Pedri Animation, die de poppen gemaakt hebben, al vroeg neergelegd.”

“Let’s talk covid. De komst ervan viel deels samen met jullie ontstaansgeschiedenis, toch?”

Marleen: “Na maandenlang opbouwen, opende onze eigen animatiestudio Holy Motion op de dag van van Rutte’s eerste persconferentie. Aanvankelijk overwogen we dicht te gaan, maar we hadden 600 m2 voor zo’n vijftien mensen, dus we konden afstand nemen. We waren streng en leefden in twee bubbels: het bouwteam en het animatieteam. Natuurlijk, ook wij hebben vertragingen opgelopen, maar de covid-steun van het fonds kon dat gelukkig opvangen. Anders hadden we het niet gered.”

Een meisje staat op een veld met een varken.
Beeld uit Knor

"Ik begon als autodidact, dus die stap naar speelfilm was best eng."

- Mascha Halberstad

“Hoe zag de productie er in de praktijk uit? Hoeveel animatoren waren er en hoeveel sets?”

Marleen: “We zijn als het ware in de productie ‘gegroeid’, beginnend met twee animatoren. Ook daarin waren we dieselachtig: langzaam breidden we uit naar uiteindelijk vijf animatoren op het hoogtepunt. Zij werkten op negen sets; zodra iemand klaar was met een set, kon hij of zij gelijk verder op een andere die dan al klaarstond. Mascha en cameraman Peter Mansfelt pendelden ertussen, deden opbouw en begeleidden de animatoren. Bij Knor werkten we ook voor het eerst met referentiefilms: animatoren maakten zelf opnames van de scènes die ze gingen opnemen. Mascha keurde die opnames vervolgens goed of af. Voor mij als producent was het belangrijk om in de gaten te houden of Mascha overal controle over kon houden. Ik geloof enorm in haar talent, haar eigenheid en wat zíj toevoegt als regisseur. Daarom is de keuze om met een klein team over een langere periode te werken heel bewust. Een goed teamgevoel was voor ons cruciaal, want waar je bij een live-actionfilm rond de 30 of 40 draaidagen hebt, duurde dat bij ons 264 dagen. Als je wil dat het op dag 200 nog leuk is, dan moet je goed voor je mensen zorgen. Mascha noemt zichzelf op de set een soort god. En dat is ze ook. Haar talent en visie zijn uniek. Mascha is -samen met Fiona- het inhoudelijke brein achter Knor, ik het financiële. Dat is onze belangrijkste basis.”

Mascha: “Ik vind het fantastisch, om met Marleen te werken. Ze laat me 100% zijn wie ik ben en vertrouwt volledig op mijn keuzes. En ik op die van haar. Zij maakt alles financieel mogelijk en daarom voel ik op mijn beurt grote verantwoording om mijn werk goed te doen.”

"Hoe was de samenwerking met Gusto over de uitbreng van de film?"

Marleen: “Die ervaring was heel positief. Omdat we al tijdens het animatieproces wisten dat we iets bijzonders deden, met een bepaalde toegankelijkheid, kon ik daar lekker mee de boer op. Ik was nog niet zeker over de insteek van de uitbreng dus sprak ik met iedereen – ook met de echt grote distributeurs. Maar bij Gusto voelden we ons toch het meeste thuis. We voelden dat ze met dezelfde liefde voor Knor zouden gaan. Ook qua distributie en promotie hebben we dus ons hart gevolgd. De kwaliteit van de film moest zich ook uiten in het artwork en daar heb je bij grotere partijen soms niets over te zeggen. Gusto heeft wat ons betreft precies de goede strategie gekozen. Het mooie was dat ook de filmtheaters en de pers ons volledig omarmden, van het AD tot NRC.”

“Mascha, jij hebt als regisseur binnen elke regeling van het Filmfonds wel iets gedaan, toch? Onder meer met Kort!, Ultrakort en ‘een mid-length’ via Nu of Nooit en Music Mayday. Zijn al die regelingen belangrijk geweest voor de aanloop naar je speelfilmdebuut?”

Mascha: “Zeker, ik heb veel aan die regelingen gehad. Ik begon als autodidact, dus die stap naar speelfilm was best eng. Bij een speelfilm is dat fondstraject soms irritant lang gebleken, anderzijds kan je je verhaal heel goed ontwikkelen. Dat we met Knor een keer zijn teruggefloten heeft de film alleen maar verbeterd.”

Close-up van een varkentje.
Knor

"We willen talent aan ons blijven binden, maar hen tegelijkertijd laten meegroeien en laten ontwikkelen."

- Marleen Slot

“Wat zijn in jullie ogen onmisbare fonds-regelingen voor animatiefilms?”

Marleen: “Sowieso zijn de korte film-regelingen belangrijk voor ons, dan hou je het tempo er een beetje in. Maar ook de mid-lengte biedt veel mogelijkheden en helpt ons als makers om dingen uit te proberen. We lopen er nu tegenaan dat we niet genoeg geld bij het Filmfonds kunnen aanvragen om deze lengte te maken, terwijl dat juist heel leuk is. We willen bijvoorbeeld graag een winterspecial willen maken met Knor. Die zou je dan zelf samen met De grote Hummimummi Kerstspecial kunnen programmeren, of met Koning Worst. Want het publiek schreeuwt om nog iets met Knor.”

Mascha: “Het is voor makers inderdaad goed om aan het werk te blijven, we hebben bijvoorbeeld veel gehad aan die covidsteun waarmee we Koning Worst konden maken.”

Marleen: “Ook zou ik willen pleiten voor meer geld voor de animatic-fase, het is toch de blauwdruk van je film. En als je met echte stemacteurs wilt werken is de bijdrage van het fonds niet toereikend.”

“Als fonds hopen we dat projectsubsidies óók een injectie zijn voor die prille, kleine animatie-industrie in Nederland. Hoe kijken jullie daar tegenaan?”

Marleen: “Daar voelen wij ons ook heel verantwoordelijk voor. We willen talent aan ons blijven binden, maar hen tegelijkertijd laten meegroeien en laten ontwikkelen. Dat doen we ook door producties van anderen te faciliteren in onze studio. Holy Motion moet een plek zijn waar talent terecht kan en men de eerste schreden op stop-motion-vlak kan maken. Ondanks de ontwikkelingen van 3D-animatie denken we dat stop-motion ook de toekomst heeft. En je ziet ook dat het publiek over Knor juist heel enthousiast is. Het leeft veel meer dan dan wat mensen in de industrie misschien dachten. Wij zijn eigenwijs en geloven heel erg in deze ambachtelijke animatiestijl.”

Mascha: “Ik denk dat de helft van het publiek niet eens doorheeft dat ze naar stop motion-zitten te kijken hoor. Je maakt een film om een verhaal. Voor mij is het ‘t grootste compliment als iemand vergeten is dat hij naar een animatie heeft zitten kijken. Want animatie is óók film. Je wil het liefst dat iemand ‘in’ je film gaat zitten. Daarnaast is het voor de nerd natuurlijk wel leuk om naar de technieken van de films te kijken.”

Marleen: “Dat Knor het goed doet bij het publiek én prijzen wint is natuurlijk geweldig, maar daar gaat het niet echt om. Het gaat erom dat we hebben laten zien dat je nek durven uitsteken en iets anders doen dus óók loont. De ondernemerschap, de visie, het vooruitstrevende van de animatiesector, dat vind ik zelf het mooist.”

Een deel van dit interview was eerder al te lezen in het Filmfonds Jaarverslag 2022.

Uitwerking: Maricke Nieuwdorp
Foto's Mascha en Marleen: Sjoukje van Gool