Rapport Beter is nog niet goed: Vrouwen in Beeld gepubliceerd
Deze resultaten maken duidelijk dat voor een fundamentele verbetering van de positie van vrouwen binnen deze sector een gezamenlijk inzet van de sector nodig is.
Voor het onderzoek is over een periode van tien jaar (2011-2020) van bijna 2500 fictie- en documentaireproducties geteld hoeveel vrouwen en hoeveel mannen betrokken waren in leidinggevende functies en in hoofd- en bijrollen. Daarnaast zijn, waar mogelijk, gegevens verzameld over lengte, budgetten en type productie.
Er is in de afgelopen tien jaar een hele lichte verschuiving waar te nemen richting meer gelijkheid, maar over het geheel genomen hebben mannen (69,6%) een dominante positie in leidinggevende functies (heads of department) en in hoofd- en bijrollen ten opzichte van vrouwen (30,4%). Vrouwen zijn in alle functies, behalve research (voor documentaire), ondervertegenwoordigd.
Ook hebben de cijfers daarbij een terugkerend patroon blootgelegd; bij een toename van het aantal producties neemt ook de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen toe, en vrouwen profiteren minder en/of later van een toename van het productievolume dan mannen.
Analyse van de cijfers laat ook zien dat vrouwen een kleiner aandeel hebben in fictieproducties dan in documentaireproducties, en dat vrouwen een kleiner aandeel hebben in langere en duurdere producties, zoals speelfilms en series, dan in de kortere en minder dure producties, zoals korte film en documentaires. Voor de meeste onderzochte functies geldt: hoe duurder en langer een productie, hoe minder vrouwen erbij betrokken zijn en hoe meer mannen.
Het onderzoek is financieel gesteund door het Nederlands Filmfonds, Cultureel Fonds Audiovisuele Producenten (CFAP), Creative Europe Desk NL en het ministerie van OCW. Data is geleverd door het Nederlands Film Festival (NFF), International Documentary Filmfestival Amsterdam (IDFA), het Nederlands Filmfonds en het NPO Fonds.
Bron: Vrouwen in Beeld