Spring naar inhoudSpring naar footer

NFF Conferentie: Beeldverhoudingen: ‘Maak de ambitie nog groter’

Onderzoeksbureau Olsberg SPI presenteerde op de tweede dag van het Nederlands Film Festival het langverwachte onderzoek naar de internationale positie van de Nederlandse speelfilm. Een door Janine Abbring geleid panel, bestaande uit filmmakers Martin Koolhoven en Ena Sendijarević en producent Leontine Petit, reageerde in de Stadsschouwburg Utrecht op de confronterende resultaten.

Close, but no cigar”, zegt Martin Koolhoven op het podium van de Stadsschouwburg Utrecht over de prestaties van zijn speelfilm Brimstone. De regisseur reageert daarmee op de onderzoeksresultaten die zojuist gepresenteerd zijn door Jonathan Olsberg, die namens onderzoeksbureau Olsberg SPI de internationale prestaties van de Nederlandse speelfilm onder de loep nam.

Het onderzoek, uitgevoerd in opdracht van het Nederlands Filmfonds, legt de internationale prestaties van speelfilms langs zowel een commerciële (verkochte bioscoopkaartjes aan minstens 250.000 Europese bezoekers) als een artistieke meetlat (erkenning door toonaangevende internationale festivals en awards), en vergelijkt ze met nabijgelegen landen. Jonathan Olsberg liet tijdens zijn presentatie weten dat de gegevens van streamingdiensten niet meegenomen konden worden in het onderzoek, omdat deze niet openbaar zijn.

En waar België, Denemarken, Zweden en Oostenrijk in de onderzochte periode van 2010-2022 speelfilms afleveren die grote successen behaalden buiten hun landsgrenzen, presteerden Nederlandse speelfilms minder goed. Koolhovens Brimstone met 238.000 bezoekers en onder andere een première in Venetië kwam het dichtst in de buurt.

Een internationale fanclub

Internationaal succes is een motivator voor Ena Sendijarević, vertelt ze tijdens het panelgesprek. Met het door haar geschreven en geregisseerde Sweet Dreams opende Sendijarević het Nederlands Film Festival én levert ze de Nederlandse inzending voor de Oscars af. “Ik ben behoorlijk veel bezig geweest met niet-Nederlands publiek bij Sweet Dreams”, vertelt ze.

Maar Sendijarević erkent dat Nederlandse filmmakers het lastig hebben om over de grens voet aan de grond te krijgen. Volgens de filmmaker is continuïteit een belangrijke factor. “Je moet een internationale fanclub opbouwen”, legt ze uit. “Na twee of drie films herkennen mensen kwaliteit en heb je een stem. Voor die films ga je een kaartje kopen.” Daarbij verwijst Sendijarević naar het succes van makers als Lars von Trier en Ruben Östlund.

Producent Leontine Petit, die met Lemming Film werkte aan Sweet Dreams, ziet ook hoe Nederlandse filmmakers het lastiger hebben. “Films draaien korter, en de hoeveelheid films is groter”, vertelt ze. “Daarom is het een stuk moeilijker om een reputatie op te bouwen dan pakweg twintig jaar geleden.”

Kansen op succes

Ondanks die moeilijkere omstandigheden liggen de kansen op internationaal succes er wel, vindt Sandra den Hamer, interim-directeur van het Filmfonds. “Het rapport maakt duidelijk: we kunnen beter voor ons talent zorgen, kiezen voor kwaliteit in plaats van kwantiteit en verder kijken dan het maken van de film alleen, met oog voor het publiek”, zegt ze tijdens de conferentie naar aanleiding van het onderzoek van Olsberg SPI. Het talent is er, benadrukt Sandra. Ook het succes van Nederlandse documentaires, korte films en VR-producties over de grens laat dat zien.

Ook panelleden Koolhoven, Sendijarević en Petit hebben goede hoop op internationaal succes voor de Nederlandse speelfilm, en dat begint met het stellen van doelen. “Makers moeten de ambitie groter maken”, vindt Petit. Koolhoven: “De lat moet hoger. En we moeten niet kijken naar de onderkant, naar wat daar niet goed aan is. We moeten kijken naar de bovenkant, naar hoe we onze talenten nog hoger kunnen laten vliegen.”

DAFF pakt vervolggesprek op

De NFF Conferentie: Beeldverhoudingen wordt afgesloten door Guido van Gennep van de Dutch Academy For Film (DAFF). Dit najaar wil de DAFF een bijeenkomst organiseren om vanuit makers en producenten het gesprek te vervolgen over het verbeteren van de internationale positie van de Nederlandse film.