Director of Photography Robby Müller overleden
In zijn woonplaats Amsterdam is op dinsdag 3 juli Director of Photography Robby Müller overleden. Dat heeft zijn familie bekend gemaakt. Müller was al geruime tijd ziek.
Als Director of Photography werkte hij met de belangrijkste regisseurs van onze tijd: Wim Wenders, Jim Jarmusch, Lars von Trier en Steve McQueen. Naast de camera was het licht zijn belangrijkste instrument. Talloos zijn de anekdotes over hoe hij het liefste met natuurlijk licht werkte, eindeloos kon wachten op de juiste lichtinval, maar ook plotsklaps kon reageren op het veranderen van de zon of de wolken.
Robby Müller werd op 4 april 1940 op Curaçao geboren, als zoon van een Shell-ingenieur en bracht daarna zijn jeugd deels in Indonesië door. In 1953 verhuisde het gezin naar Amsterdam, waar Müller van 1962 tot 1964 aan de Nederlandse Filmacademie studeerde waar hij zich specialiseerde in camera en montage. Als camera-assistent van cameraman Gérard Vandenberg vertrok hij na de academie naar Duitsland. Daar ontmoette hij Wim Wenders met wie hij meer dan twintig films, veelal road movies, zou maken, waaronder Alice in den Städten (1974), Falsche Bewegung (1975), Im Lauf der Zeit (1976), Der amerikanische Freund (1977), Paris, Texas (1984) en Bis ans Ende der Welt (1991).
Misschien wel de belangrijkste samenwerking was die met de Amerikaanse regisseur Jim Jarmusch. Jarmusch vertelde ooit dat het vermogen om te improviseren, in de situatie en het moment te zijn een van de belangrijkste dingen was die hij van hem leerde. Samen maakten ze memorabele zwart-wit en kleurenfilms als Down by Law, 1986; Mystery Train, 1989; Dead Man, 1995; en Ghost Dog: The Way of the Samurai, 1999.
De Deense filmmaker Lars von Trier vroeg hem voor Breaking the Waves (1996), een in directe documentairestijl handheld geschoten film die de filmtaal zou hervormen. Voor de musical Dancer in the Dark (2006) gebruikten ze honderden kleine digitale camera’s overal op de set.
Andere toonaangevende films maakte hij met William Friedkin (To Live and Die in L.A., 1985); zijn oude Filmacademieklasgenoot Frans Weisz (Hoogste tijd, 1985); Sally Potter (The Tango Lesson, 1997); Raul Ruiz (Shattered Image, 1998); Michael Winterbottom (24 Hour Party People, 2002); beeldend kunstenaar en filmmaker Steve McQueen (Carib’s Leap, 2002; Ashes, 2014) en Béla Tarr (‘Prologue’ uit Visions of Europe, 2004).
Een schilder met licht werd hij wel genoemd en zijn werk is vergeleken met schilders als Johannes Vermeer en fotografen als Walker Evans. Zijn unieke, expressieve gebruik van natuurlijk licht en kleur, gecombineerd met een low-tech stijl en innovatieve cameratechnieken hebben de filmtaal blijvend beïnvloed.
Müller ontving voor zijn werk vele prijzen en onderscheidingen, onder meer: de Camerimage Lifetime Achievement Award in 2006; het Gouden Kalf voor de Cultuurprijs in 2007; de Bert Haanstra Oeuvreprijs in 2008; de International Achievement Award van de American Society of Cinematographers in 2012; In 2016 werd hij geëerd met de tentoonstelling Master of Light in het EYE Filmmuseum in Amsterdam, waarin voor het eerst op grote schaal zijn persoonlijke archief werd ontsloten bestaande uit honderden polaroids, foto’s en videodagboeken, die het jaar erop in Berlijn te zien was. Dit archief ligt ook ten grondslag aan een nieuwe film over Robby’s unieke blik, werk en leven Living the Light (2018) van Claire Pijman, waarvoor Jim Jarmusch de muziek verzorgde. Vorig jaar werd Robby Müller nog genomineerd voor de Amsterdam Prijs voor de Kunst.
(Foto Robby Müller door Bart Dewaele)