Spring naar inhoud Spring naar footer

Lockdown Cinema: Dagen van Zorg

In juli vorig jaar werd Lockdown Cinema geïnitieerd als onderdeel van ons pakket COVID-19 steunmaatregelen. Deze eenmalige regeling richtte zich op projecten die de beperkingen van de lockdown omzetten naar filmische kracht. De ontvangen aanvragen toonden de veerkracht, creativiteit en diversiteit van de Nederlandse filmindustrie en maar liefst elf projecten werden er geselecteerd. Tijd om eens terug te kijken naar de projecten die een toekenning kregen. Hoe is het hen vergaan? Elke week richten we de schijnwerpers op een ander project: Producent Paul Ruven over Dagen van Zorg:

De tolk vertaalt dat de mevrouw aan de telefoon heel graag haar man wil zien. De medewerker van het supportteam van de intensive care antwoordt dat dat helaas nu niet kan. En dat hij niet zo goed nieuws heeft. Haar man gaat niet vooruit.

“Waarom kan ik mijn man niet zien?”

“Dat is helaas nu niet mogelijk in de huidige omstandigheden.”

“Maar waarom? Ik heb hem al een paar weken niet gezien. Hij ligt daar maar alleen doodziek te zijn zonder zijn vrouw en zijn kinderen en zijn familie.”

Dat ze hem nu niet kan zien blijkt dan door een tekort aan medicinale beschermjassen te komen.

Stilte.

“Oh, maar als ik dan regel voor jullie allemaal jassen, dan mag ik hem wel zien. Ja?”

We zitten nu midden in de montage, en dit is een stukje van een scène die gedraaid is in de begintijd van COVID-19 in Nederland. Het duurde even voor we konden beginnen omdat editor Ruben van den Hammen niet eerder kon. En nu zijn we weer helemaal “terug” in het ziekenhuis. Het materiaal is hartverscheurend en gelukkig is er soms ook even ontspanning. We zien veel “bellers” van het IC-support-team die contact houden met de thuisbasis van de patiënt op de IC. Soms is het moeilijk in de montage te snijden of de juiste volgorde te vinden.

Zo is er een moeder en een dochter. Diens man en vader ligt op de IC. Ze zijn uitgenodigd om langs te komen op het ziekenhuis voor een tussengesprek. Maar intussen is de man zo verslechterd dat de enige oplossing lijkt om te stoppen met de behandeling. De moeder en de dochter zien we als ze beschermjassen en mondkapjes op doen. We zien ze dan vertrekken naar de man. Vervolgens zien we ze even later huilen in een ziekenhuiskamer. Want dit wordt geen tussengesprek; dit wordt een definitief afscheid. Wat moeten ze nu doen? Ze zijn er niet aan toe om “de stekker” er dadelijk uit te trekken. Dat moet wel. Maar ze willen zich niet haasten om het leven van hun geliefde man en vader te eindigen. De volgende scène laat zien hoe ze weer de beschermjassen en mondkapjes aan doen. En hoe ze vertrekken naar dat gesprek. Bij elkaar is dit net een te lange sequentie in de film. Welk stuk moeten we kappen? En zo zijn er steeds van zulke keuzes. Gelukkig kunnen we nog even monteren.

Het proces van toekenning ging uitstekend, dank voor de extra hulp het meedenken van het Filmfonds, met name Frank Peijnenburg en Maarten Wijdenes.